In het museum
Volg de aanwijzingen van de museummedewerkers. Jullie jassen en tassen worden veilig bewaard in een kluis of garderobe. Oortjes stop je in jouw tas. Neem jouw telefoon mee en eventueel een potlood en papier voor het maken van aantekeningen voor de podcast.
Tijdens de rondleiding | Telefoon in vliegtuigstand. Aandacht bij de rondleider en de kunstwerken.
Na de rondleiding | Podcast voor CKV
Je kiest een kunstwerk dat jou aanspreekt. Hiervan maak je foto’s. Later voeg je hier een podcast aan toe. Tijdens het maken van de opdracht spreek je de informatie direct in. Je kunt later nog fragmenten toevoegen of weghalen om jouw podcast naar jouw zin te maken. Hieronder vind je stappen die de opbouw en inhoud van jouw podcast vormen.
LET OP: maak foto’s ZONDER FLITS vanaf minimaal een meter van het object. Zoom zo nodig in.
De foto’s en de podcast zet je op jouw CKV pagina in Simulise én lever je in bij jouw CKV- docent (op school, via Magister, na het museumbezoek).
De beoordeling telt mee in het cijfer voor CKV.
Benodigdheden
Je kan kiezen tussen een autonoom kunstwerk en een kunstwerk dat hoort bij toegepaste kunst.
Autonome kunstenaars maken kunst die geen andere functie heeft dan die van uiting van innerlijke gevoelens en ideeën omgezet in beeldtaal. Voorbeelden zijn schilders, beeldhouwers, fotografen e.d. Bij toegepaste kunst heeft een kunstenaar te maken met een probleemstelling waarvoor een oplossing gevonden moet worden. Het werk heeft een directe functie. Te denken valt aan grafische kunst, architectuur, design, mode, etc.
Wil je deze opdracht met z’n tweeën doen, werk dan samen met iemand uit dezelfde CKV-klas. Zorg ervoor dat jullie gesprek, met verschillende meningen, in de podcast komt.
Loop door het museum | Kies en voer de onderstaande stappen uit.
Na de rondleiding | Podcast voor CKV
Je kiest een kunstwerk dat jou aanspreekt. Hiervan maak je foto’s. Later voeg je hier een podcast aan toe. Tijdens het maken van de opdracht spreek je de informatie direct in. Je kunt later nog fragmenten toevoegen of weghalen om jouw podcast naar jouw zin te maken. Hieronder vind je stappen die de opbouw en inhoud van jouw podcast vormen.
LET OP: maak foto’s ZONDER FLITS vanaf minimaal een meter van het object. Zoom zo nodig in.
De foto’s en de podcast zet je op jouw CKV pagina in Simulise én lever je in bij jouw CKV- docent (op school, via Magister, na het museumbezoek).
De beoordeling telt mee in het cijfer voor CKV.
Benodigdheden
- Een mobiele telefoon met daarop een app voor geluidsopname en een camera.
- Een dicteerfunctie om jouw aantekeningen te laten noteren. Schrijf je liever, dan heb je potlood en papier nodig. Gebruik de onderlegger als je een hard oppervlak nodig hebt, niet de muur.
Je kan kiezen tussen een autonoom kunstwerk en een kunstwerk dat hoort bij toegepaste kunst.
Autonome kunstenaars maken kunst die geen andere functie heeft dan die van uiting van innerlijke gevoelens en ideeën omgezet in beeldtaal. Voorbeelden zijn schilders, beeldhouwers, fotografen e.d. Bij toegepaste kunst heeft een kunstenaar te maken met een probleemstelling waarvoor een oplossing gevonden moet worden. Het werk heeft een directe functie. Te denken valt aan grafische kunst, architectuur, design, mode, etc.
Wil je deze opdracht met z’n tweeën doen, werk dan samen met iemand uit dezelfde CKV-klas. Zorg ervoor dat jullie gesprek, met verschillende meningen, in de podcast komt.
Loop door het museum | Kies en voer de onderstaande stappen uit.
EERSTE INDRUK
Bekijk het werk, wacht nog even met het maken van foto’s.
Vertel wat jou aanspreekt op het eerste gezicht. Wat zijn de eerste vijf woorden die in jou opkomen? (Werk je met z’n tweeën, bedenk het zelf en vertel het elkaar dan pas).
Welk gevoel krijg je bij dit kunstwerk? Je hoeft niet heel uitgebreid op dit onderdeel in te gaan, je komt er later op terug.
Vertel wat jou aanspreekt op het eerste gezicht. Wat zijn de eerste vijf woorden die in jou opkomen? (Werk je met z’n tweeën, bedenk het zelf en vertel het elkaar dan pas).
Welk gevoel krijg je bij dit kunstwerk? Je hoeft niet heel uitgebreid op dit onderdeel in te gaan, je komt er later op terug.
START INFORMATIE
Maak een foto van het kunstwerk en een selfiefoto van jou en het kunstwerk om de schaal van het kunstwerk te kunnen zien.
Houd afstand en fotografeer zonder flits.
Geef onderstaande informatie.
Titel:
Kunstenaar:
Jaartal:
Afmetingen
Materiaal/techniek:
Museum:
Andere informatie op het bordje dat bij het kunstwerk staat:
Houd afstand en fotografeer zonder flits.
Geef onderstaande informatie.
Titel:
Kunstenaar:
Jaartal:
Afmetingen
Materiaal/techniek:
Museum:
Andere informatie op het bordje dat bij het kunstwerk staat:
BESCHRIJF BEELDASPECTEN EN VOORSTELLING
- Wat zie je? Geef een beschrijving van het kunstwerk. Beschrijf zo gedetailleerd dat iemand die het werk niet ziet zich een beeld kan vormen.
- Is het werk figuratief, geabstraheerd of abstract?
- Is er iets te zien aan het kunstwerk dat op de foto niet goed te zien is maar in het museum wel?
- Welke beeldaspecten vallen op? Kies er in ieder geval twee. Denk aan kleurgebruik, compositie, ruimtegebruik, beweging, verwerking van licht, afmeting/kader.
BESCHRIJF MATERIALEN EN TECHNIEKEN
- Welke materialen zijn gebruikt en op welke manier?
- Welke technieken zijn toegepast? Is dit op een traditionele manier gedaan of niet?
BESCHRIJF FUNCTIE, STIJL EN GENRE
- Heeft het werk een functie? Neem dit niet te letterlijk, ‘aanzetten tot nadenken over…’, ‘bedoeld als kapstok’, ‘slechte omstandigheden van deze groep laten zien’, ‘maatschappijkritiek’, ‘portret van….’, ‘het is een stoel’, ‘om uit te leggen aan mensen die nog niet konden lezen’ zijn allemaal functies.
- Vertel wat jij denkt, later kun je achterhalen of de maker er ook zo over dacht. Het kan goed zijn dat jij het werk anders interpreteert dan iemand anders, zelfs als die ander de kunstenaar is.
- Past het werk binnen een stijl? Waar zie je dat aan? Dit kan je eventueel later opzoeken. Barok, (neo)classicisme, impressionisme, expressionisme, modernisme, postmodernisme zijn voorbeelden van stijlen.
- Past het werk binnen een genre? Waar zie je dat aan? Voorbeelden van genres zijn zeegezichten, stillevens, landschappen, portretten, etc. Dit kan je ook later opzoeken.
ANALYSEREN
Ga terug naar jouw eerste indruk en de eerste vijf woorden die bij jou opkwamen. Nu je het werk heel goed bekeken hebt en informatie verzameld hebt kun je een geïnformeerde mening formuleren.
Bespreek per woord hoe je er nu over denkt. Is jouw gevoel bij en/of over het werk veranderd? Kun je nu verklaren waarom je een bepaald woord in jouw hoofd kreeg? Heeft dat te maken met de voorstelling, beeldaspecten of materialen?
Vertel of je denkt dat de maker dezelfde bedoeling had en waaraan je dat kunt zien. Probeer er later achter te komen wat het doel van de maker was.
Een voorbeeld, over het woord ‘eenzaamheid’: “Mijn eerste gedachte was ‘eenzaamheid’, ik denk omdat het huisje zo ver weg in een heel leeg landschap staat en vanwege de trieste kleuren die zijn gebruikt. Ik kwam erachter dat de kunstenaar een herinnering aan zijn jeugd schilderde, en dat hij terug verlangde naar het huis van zijn opa en oma. Ik weet niet of hij zich eenzaam voelde. Mijn klasgenoot vond het niet eenzaam maar lekker rustig.”
Bespreek per woord hoe je er nu over denkt. Is jouw gevoel bij en/of over het werk veranderd? Kun je nu verklaren waarom je een bepaald woord in jouw hoofd kreeg? Heeft dat te maken met de voorstelling, beeldaspecten of materialen?
Vertel of je denkt dat de maker dezelfde bedoeling had en waaraan je dat kunt zien. Probeer er later achter te komen wat het doel van de maker was.
Een voorbeeld, over het woord ‘eenzaamheid’: “Mijn eerste gedachte was ‘eenzaamheid’, ik denk omdat het huisje zo ver weg in een heel leeg landschap staat en vanwege de trieste kleuren die zijn gebruikt. Ik kwam erachter dat de kunstenaar een herinnering aan zijn jeugd schilderde, en dat hij terug verlangde naar het huis van zijn opa en oma. Ik weet niet of hij zich eenzaam voelde. Mijn klasgenoot vond het niet eenzaam maar lekker rustig.”
CONCLUSIE
Vertel wat je onderzocht hebt en wat daar uit kwam. Welke van de onderstaande vaardigheden heb je het meest gebruikt? In welke wil je beter worden?